Het groen langs het spoor biedt in steden een verbinding met het buitengebied, en tegelijk ook een rustpunt in de drukke stad. Daar profiteren mensen van, en ook wilde planten en dieren.
De verschillende zones langs het spoor hebben in Nijmegen ieder een eigen natuurlijk karakter. Wat hier leeft en groeit is grotendeels spontaan komen aanwaaien. In het zand van de Bottendaalse spoorkuil groeit bijvoorbeeld de wilde averuit: een zeldzame plant die van oorsprong leeft in het zand van rivierduinen. Ook dieren trekken langs het spoor de stad binnen: zoals de schuwe zandhagedis. De stad biedt zo nieuwe leefruimtes voor de oudste bewoners van de zandheuvels lang de rivier.